Afvalvertelling
6:
Ruimte Om te Groeien
Langs de vijver
Langs vijver in Park Zorgvliet loop ik op het pad met de bocht omhoog. Tijdens de tocht zie je steeds een ander deel van het landschap verschijnen – via de stille vijverwater drijft je blik naar de grasvelden, die in deze tijd vol bladeren zouden moeten liggen. Aangezien in dit stuk geen bladeren te vinden zijn, en de energy-blikjes netjes in de prullenbak liggen, vermoed ik dat hier recentelijk fanatiek schoongemaakt is. Het landschap ziet er namelijk verdacht idyllisch uit.
Mijn vermoeden blijkt te kloppen als ik een hoop afval zie.
Bovenop de stapel bladeren liggen een zwaar ingedeukte magnetron, een tuinstoel en een fiets.
De deuken, scheuren en loshangende onderdelen van de objecten getuigen van een flinke smijtpartij.
Je ziet de afdrukken van menselijke handelingen: het wegsmijten in het water, het weer omhoog vissen, het meesleuren over het gras - het beeld wordt steeds duidelijker.
En toch vraag je je af: wat doet deze
ingedeukte bende hier?
Vooral die magnetron, hoe komt zo’n keukenvoorwerp nou midden in een landschap? Wie heeft dat op zijn geweten, en waarom heeft hij of zij gemeend hier huisraad te moeten dumpen?
Is de dumping gebeurd vanuit een soort kwaadaardige roekeloosheid, of eerder vanuit een uiting van frustratie en dus vanuit verontwaardiging met hoe het systeem is ingericht en functioneert?
Terwijl de frustratie soms maar moeilijk geuit kan worden richting (een onzichtbare) woningcorporatie of richting een gemeente, zie ik wel geschreven leuzen op muurtjes, afval in bushokjes en zwerfafval in stukjes park en speeltuintjes. In zekere zin zijn het misschien symptomen van een systeem dat niet goed werkt, en waarbij sommige mensen zich gefrustreerd voelen. Mogelijk omdat ze niet worden gehoord, of mogelijk omdat ze geen kansen krijgen.