Onderzoek
Foto database
Over

Contact
Instagram



De Staat van
Verzorging
is een project van




MONUMENTALE BOMEN
Casestudy: de veteraanboom


Volgens beleidsmedewerker bomen en groen Paul Boeters begon Den Haag als eerste gemeente met het benoemen van monumentale bomen. Monumentale bomen zijn de parels van de stad als het op groen aankomt. Om in aanmerking te komen voor de status van monumentale boom, moeten bomen ten minste vijftig jaar oud zijn en een levensverwachting hebben van minimaal nog tien jaar. De monumentale bomen krijgen voorrang op het gebied van verzorging en onderhoud en hebben tegelijkertijd een ‘beter juridisch profiel’ als het aankomt op eventuele kap van de boom. 





Paul Boeters / Beleidsmedewerker bomen en groen Den Haag:
“Na 23 jaar met dat systeem van monumentale bomen in Den Haag, zijn er tot op heden twee bomen verplant - verder is er nooit een gezonde monumentale boom gekapt, vanwege welke ontwikkeling dan ook. Zo’n boom wordt in principe alleen gekapt op het moment waarop hij echt te oud en te gevaarlijk wordt.”

‘De boom is onvervangbaar’, lees je op de pagina over monumentale bomen op de website van de gemeente Den Haag. Dat is een voorwaarde waaraan moet worden voldaan wil een boom in aanmerking komen voor de status van monumentale boom. Door die onvervangbaarheid worden monumentale bomen gezien als unieke verschijnselen binnen het stadsgroen. Is de resterende negenennegentig procent van de bomen in Den Haag dan niet onvervangbaar? Hebben zij geen meerwaarde? Willen wij alleen de monumentale bomen in de stad zoveel mogelijk behouden? Wat is eigenlijk het belang van het hebben van zo’n ‘elite’ van monumentale bomen?

Boeters:
“Soorten, leeftijden en omvang van de boom kunnen redenen zijn om bomen monumentaal te verklaren. Veel van de monumentale bomen van nu stammen uit een tijd dat er veel minder auto’s, wegen en mensen waren en er veel minder bebouwing was. Vanuit die wereld hebben de bomen zo groot en oud kunnen worden. Met de huidige verstedelijking en alles dat daarbij komt kijken, kun je wel nagaan dat het tegenwoordig veel moeilijker is voor bomen om die leeftijd en omvang te halen. We moeten er als bomenmensen meer voor doen om bomen in deze tijd groot en oud te laten worden.”

De bomen die nu in Den Haag staan zullen zo goed mogelijk verzorgd moeten worden om de komende druk van de klimaatverandering op te vangen. Zij zullen als het ware het stootkussen zijn waarmee wij onze steeds droger en heter wordende stad leefbaar kunnen houden.




 
Boeters:
“Door die huidige problematiek is er ook in steden tegenwoordig gelukkig veel meer aandacht voor bomen. We zullen met ons allen veel beter ons best moeten doen om de bomen te behouden.”


Boeters stelt dat de gemiddelde stadsboom in Den Haag vijftig jaar oud wordt. Een leeftijd die vijftien jaar hoger ligt dan de leeftijd die boomtaxateur Joost Verhagen in een artikel van EenVandaag geeft als gemiddelde leeftijd van bomen. Boeters denkt dat het totaal aantal bomen in de bestaande stad niet veel meer zal toenemen, maar dat het vooral belangrijk is om de huidige collectie bomen zo goed mogelijk te onderhouden. Zodat de bomen groter kunnen worden en hun ecologische functies optimaal kunnen gebruiken om de stad gezond te houden.  





Boeters:
“We zullen de bomen hard nodig hebben in de strijd tegen de opwarming van de stad!”

“Nederland is bij uitstek een aangelegd landschap. Wij hebben het gemaakt zoals het nu is. Van daaruit denk ik dat wij de mens ook nodig zullen houden voor het zorgdragen voor het groen, zowel op lokaal niveau, als op landelijk niveau. Op die manier kan het groen de functies die zij heeft blijven bewerkstelligen.”

Welke functies hebben bomen nou eigenlijk precies? Zijn deze functies voor ons bedoeld, of zijn het functies die wij naar onze hand kunnen zetten? Uit verschillende bronnen komt naar voren dat bomen en groen in de stad veel verschillende effecten kunnen hebben op de directe omgeving.


Degroenestad.nl / Bomen: een verademing voor de stad / 8 februari 2008
“Een goede toepassing van bomen en struiken draagt zeker bij tot de bestrijding van de hoge concentraties fijnstof, stikstofdioxide en ozon op drukke locaties in het stedelijk gebied bij grote verkeersaders. De aanwezigheid van deze concentraties die de Europese normen te boven gaan, heeft grote gevolgen voor gezondheid en economie. Bomen en planten werken in het stedelijk gebied als een luchtfilter dat volautomatisch en voor niets fijnstof en andere verontreinigingen uit de lucht verwijdert.”

Bomen zouden voornamelijk de omgeving koel houden in de verhitte stad. Middels verdamping van water koelt de boom actief de lucht. Dat de bladeren van de boom de lucht filteren door verontreinigingen op te vangen kan eerder gezien worden als een passieve functie van de boom. Dragen dit soort functies daadwerkelijk bij aan een gezondere leefomgeving of bedekken zij juist de problemen die om ons heen merkbaar zijn?

Clara Visser / Voorzitter Bomenstichting Den Haag:
“De gemeente streeft ernaar om bomen oud te laten worden en dat is natuurlijk van belang in verband met de ecosysteemdiensten. Bomen nemen stikstof op, nemen CO2 op, fijnstof spoelt via de blaadjes af naar de grond. Het is heel goed voor de luchtkwaliteit, bomen dempen de temperatuur. Als je er onder staat is het koeler dan wanneer er geen boom staat. Ze gaan wateroverlast tegen. Ze spreken tot de verbeelding, zeker als ze wat ouder zijn.”

“Bomen zijn een object voor kunstenaars. Men schrijft over bomen, men schildert bomen, men zingt over bomen, dus het verleidt kunstenaars tot het maken van kunst. Een boom is multifunctioneel. - Een boom heeft ontzettend veel functies en dat wordt niet altijd gezien.”

Deze effecten ontstaan door natuurlijke processen waarmee het groen voor zichzelf een leefomgeving creëert. Het lijkt tegelijkertijd alsof wij deze natuurlijke processen zijn gaan beschouwen als functies. Het groen wordt ingezet ten dienste van de mens, in de hoop dat ze onze huidige problemen kan oplossen.

“Ziet u wel een groenere stad voor zich voor de toekomst?”

Visser:
“Dat durf ik nog niet zo te zeggen. Want je kunt wel goede bedoelingen hebben met bomen en met zo’n nieuwe bomennota maar tegelijkertijd moet de gemeente ook nog honderdduizend nieuwe bewoners huisvesten. En waar kun je nou nog beter bouwen dan in het groen? Groen krijgt in Den Haag niet het belang die het feitelijk voor de leefbaarheid van de stad heeft. Jaarlijks verdwijnen rond de vierduizend à vijfduizend bomen vanwege bouwprojecten. Het groen wordt in die zin toch vaak gezien als een goedkope bouwlocatie. Het is gemakkelijk te verkrijgen, niet duur en je kunt er mooi een flatgebouw opzetten.”

Is het inrichten met groen de enige manier om de stad af te koelen? Is het zo dat wanneer bomen de lucht filteren, er ook minder uitstoot is van verontreinigende stoffen? Vanuit welke bredere perspectieven wordt er gekeken naar de huidige en toekomstige problemen die zich in de stad gaan voordoen?

De multifunctionaliteit van het groen speelt op meerdere niveaus. Naast ecologische en psychologische redenen, blijkt groen ook op economisch niveau invloed te hebben op de beleidsvoering. Er wordt sinds kort namelijk een andere waarde aan bomen gegeven.
Het programma genaamd i-Tree wordt gebruikt door de gemeente om de natuurlijke processen die bomen bewerkstelligen om te zetten in een geldwaarde.

Trouw / Bomen leven de samenleving niet alleen zuurstof op, maar ook keiharde euro's / 21.03.2019
“Alle Nederlandse gemeenten, maar ook burgers, kunnen het programma gebruiken. Den Haag doet dat bijvoorbeeld bij de herinrichting van de voor de economische ontwikkeling zo belangrijke wijken Binckhorst en het Central Innovation District, zegt stadsbeheerder Leendert Koudstaal. “We kijken met i-Tree naar de beste groeiplaatsen voor bomen.” Hij verwacht dat de rekenhulp veel gaat veranderen in gemeenteland. In vrijwel elk coalitieakkoord van gemeenten staat immers wel iets over ‘meer bomen’.”

Via i-Tree kan de gemeente nagaan hoeveel euro’s een boom bijdraagt aan de stad doordat ze bijvoorbeeld koolstof opslaat of de lucht koelt. Vanuit zo’n perspectief stellen we de boom eigenlijk in dienst van onze behoeftes, die vandaag de dag gericht zijn op verkoeling, schonere lucht en een gezonde leefomgeving. Het probleem van die economische benadering is dat de intrinsieke waarde van bomen eigenlijk wat uit het zicht verdwijnt. Natuurlijke processen van de boom lijken alleen te worden gezien vanuit een economisch standpunt. De boom krijgt een plek in de stad - niet omdat ie ergens zou mogen staan - maar omdat hij een rol kan vervullen binnen de bestrijding van de klimaatproblematiek.

Visser:
“Zo is het natuurlijk wel, dat er in de stad vaak bomen worden weggehaald die helemaal nog niet hun maximale leeftijd hebben bereikt. Dat terwijl Gemeente Den Haag eigenlijk een voorstander is van het idee om bomen oud te laten worden. Toen ik begon met het werken met bomen in Den Haag, was de gemiddelde leeftijd van bomen dertig jaar. Nu beweert de gemeente dat de gemiddelde leeftijd veertig of vijfenveertig jaar is.”

- “Vijftig.”

“Vijftig zelfs, dat gaat heel rap ineens. Omdat ik dit heel vaak zeg wordt de gemeente getriggerd om een hogere gemiddelde leeftijd in te schatten. Ik kan niet beoordelen of die gemiddelde leeftijd klopt, maar het is wel een heel verschil ten opzichte van de gemiddelde leeftijd van de bomen toen ik begon.”

“De toenmalige directeur van de Gemeentelijke Plantsoenendienst Den Haag - zei dat de gemiddelde leeftijd van bomen In Den Haag dertig jaar was. Hij had nog een discussie met een collega in Rotterdam, want die was jaloers dat wij dertig jaar als gemiddelde leeftijd opvoerden. In Rotterdam lag die gemiddelde leeftijd namelijk lager. Dus er was een soort competitie ontstaan tussen twee directeuren die allebei wilden dat hun bomen gemiddeld ouder werden dan dat ze waren.”

Het lijkt erop dat bomen en groen in dat opzicht worden ingezet als pronkstuk, en dus om het aanzien van de gemeente en het gemeentelijk beleid te vergroten. Clara Visser wijst mij op een ander punt wat hiermee te maken heeft.

Om de vijf jaar worden er bomen geselecteerd door de Adviesraad Monumentale Bomen die in aanmerking kunnen komen om de status monumentaal te verkrijgen. Visser laat weten dat hoewel de voorselectie uit bomen bestond die uit diverse stadsdelen van Den Haag kwamen, de uiteindelijke status monumentaal werd gegeven aan bomen die voornamelijk in stadsdeel Laak stonden. Dit is waarschijnlijk gebeurt omdat dat stadsdeel nog weinig monumentale bomen had ten opzichte van andere stadsdelen. Bas Steenks, lid van de Adviesraad Monumentale Bomen (bestaande uit een vertegenwoordiger van de landelijke Bomenstichting, leden van de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor Den Haag en omstreken, en tenminste één onafhankelijke boomdeskundige) vertelt hier het volgende over:

Bas Steenks / Lid Adviesraad Monumentale Bomen:
“In het centrum staan verhoudingsgewijs veel meer bomen die monumentaal of monumentaal waardig zijn dan bijvoorbeeld in Laak of Wateringse Veld. Dat zijn veel jongere stadsdelen. Die plekken zijn ook minder aangeplant met bijzondere bomen. Daar vindt je dus minder monumentale bomen.”

- “Dus jullie proberen ook meer naar die wijken te kijken?”

“We hebben nu twee jaar geleden stadsdeel Laak bekeken. Daar staan weinig monumentale bomen. Laak hebben we goed doorgelopen met de groenbeheerder erbij. Toen kwamen we toch wel een flink aantal bomen tegen die benoemingswaardig waren. Het is ook wel een poos geleden dat die wijk voor het laatst is geschouwd. Nu hebben we daar toch wat anders naar gekeken. We hebben iets eerder toegekend dat een boom bijzonder is voor de wijk. Dat terwijl je zo’n boom in het stadsdeel centrum had laten staan, bij wijze van spreken. Daar zit een verschil in afweging in. Uiteindelijk hebben we toch een aantal waardevolle bomen gevonden, waaronder ook hele bijzondere soorten. Die zet je dan toch net iets eerder op de lijst dan wanneer je weer een Kastanje tegenkomt. Daarvan hebben we al zoveel op de lijst staan. Dat is toch wel een beetje de gang van zaken, om een bijzonder assortiment eraan over te houden.”

“Het gaat om het gehele plaatje van alle monumentale bomen?”

“Ja, dat kan je zo wel zeggen.”

Visser vindt dat in dit geval de criteria niet hebben gewerkt, omdat er in andere stadsdelen ook - nu dan niet erkende - monumentale bomen staan. Deze bomen zijn net als de nieuwe bomen in Den Haag op dit moment voor de komende vijf jaar niet beschermd tegen eventuele kap. De voorkeur gaat in dit geval dus uit om het stadsbeeld als een geheel plaatje te laten kloppen. Elk stadsdeel moet vertegenwoordigd zijn als het op de monumentale bomen aankomt.

Den Haag heeft al meerdere ‘groene’ primeurs gehad waar men trots op is, als we Boeters mogen geloven. Als eerste gemeente in Nederland heeft ze de monumentale status aan sommige bomen toegekend. Dit waren niet de eerste monumentale bomen in Nederland. De landelijke Bomenstichting was al eerder bezig met het benoemen van monumentale  bomen. En een herplaatsing van een kastanjeboom op de Koekamp zou zelfs in het Guinness Book of Records zijn beland. In het Guinness Book of Records heb ik hierover niks kunnen vinden.

Verliezen we de intrinsieke waarde van het groen niet uit het oog als we ons ‘groene’ imago afmeten tegenover andere gemeentes? Telt die intrinsieke waarde nog mee, of wordt dat buiten het beleid gelaten?

In 2017 werd Den Haag uitgeroepen tot Groenste stad van Nederland. De deelname aan deze competitie kostte Den Haag twintigduizend euro. Dit laat zien dat de stad veel geld over heeft om die titel te mogen dragen. Wat heeft de stad nog meer over voor het verkrijgen van een dergelijke titel?

Is er een bepaalde drang aanwezig in het hedendaagse groenbeleid om zo goed mogelijk voor de dag te komen ten opzichte van andere steden? En waar blijft het groen zelf in dat streven naar meting ten opzichte van de concurrenten? Wat zegt zo’n titel eigenlijk als hij elk jaarlijks aan een andere stad wordt gegeven?

Eén van de pronkstukken van Den Haag blijkt de eerste veteraanboom van Nederland te zijn, gesitueerd op landgoed Clingendael. Een bestand dat aan mij werd doorgestuurd door Joost Gieskes, lid van de Adviesraad Monumentale Bomen in Den Haag, stelt het volgende:

Omschrijving van een veteraanboom / Fragment
“Een veteraanboom heeft het volgroeide stadium bereikt en zal altijd oud zijn, tot zelfs het einde van zijn levensfase blijft het een veteraan (of zelfs een ‘ancient tree’). Oud is een betrekkelijk begrip, het kan per soort en situatie verschillen.

De boom moet van waarde worden geacht wegens zijn biologische waarde; esthetische waarde, individueel alsook in relatie tot het landschap; belevingswaarde; cultuurhistorische waarde; bijzondere karakteristieken; zeldzaamheid; gerelateerd aan bijzondere persoon of gebeurtenis.”

Het fenomeen van veteraanbomen is overgewaaid uit Engeland, waar nog veel oude bomen te vinden zijn. Op de website van de non-profit organisatie ‘Woodland trust’, die zich inzet voor het behoud van bomen in Engeland en Wales, wordt een inventaris van veteraanbomen in het Verenigd Koninkrijk bijgehouden. Op dit moment staan er al honderdzestigduizend bomen op de lijst. De interactieve kaart die te vinden is op de website laat alle standplaatsen van de bomen zien en welke status ze hebben. In Engeland wordt er met veel meer aandacht gekeken naar veteraanbomen. Zouden we hier in Nederland ook meer van dat soort bomen willen hebben? Hoe zou dat er uit gaan zien?

Groenkennisnet.nl / Juridische status voor monumentale bomen / 28.10.2016
“Gemiddeld hebben die gemeenten 890 bomen op hun bomenlijst staan. Dat is een behoorlijk aantal. Zou je dat getal doortrekken voor alle gemeenten, dan zouden er in Nederland 400.000 monumentale bomen staan.”

Zien we door de monumentale bomen het bos nog wel? Het lijkt alsof we de tel zijn kwijtgeraakt. Er is geen totaalbeeld van de hoeveelheid monumentale bomen in Nederland. Het benoemen van monumentale bomen lijkt bijna een te grote en onoverzichtelijke klus te zijn geworden. De aantallen verwateren. In het landelijke monumentale bomen register zijn maar vijftienduizend Nederlandse monumentale exemplaren terug te vinden. Hoeveel monumentale bomen zijn er nou precies in Nederland aanwezig?

De Adviesraad Monumentale Bomen is van mening dat hoe meer bomen de monumentale status verkrijgen, des te meer de waarde van die status zal dalen. Hebben we inmiddels zoveel monumentale bomen dat ze met andere woorden weer als ‘normaal’ kunnen worden gezien? Is de opkomst van de veteraanboom dan wellicht een teken dat er een bepaalde drang is die waarde een nieuw leven in te blazen?

Een Haagse veteraan / Joost S.H. Gieskes / avn.nl
“In het jaar 2015 maakte de Adviesraad Monumentale Bomen een voorstel tot aanwijzing van deze Hollandse linde als ‘veteraan’. De boom is wel al zeer oud maar vitaal genoeg om nog veel ouder te worden mits de omstandigheden optimaal zijn. Daarvoor wordt hij extra vertroeteld. Op 4 oktober 2019 was het zo ver. De gemeente Den Haag gaf het formele akkoord om de boom tot ‘Veteraan Boom’ te verklaren. - Het siert de gemeente Den Haag om tot deze actie over te gaan; het is de eerste veteraan boom van Nederland.”

De Linde die in Den Haag de veteranenstatus heeft verkregen, is rond de driehonderd jaar oud en heeft veel verschillende gebeurtenissen en historische momenten meegemaakt. De boom staat ver verwijderd van paden en krijgt hierdoor voldoende ruimte om oud te worden. Er is voorts een hek om de boom geplaatst, zodat mensen niet geraakt kunnen worden door vallende takken en tegelijk niet de grond ‘verdichten’, door dicht bij de boom te wandelen.

“Dit is de eerste veteraanboom van Nederland als ik het goed begrijp.”

Steenks:
“Ja, daar is wat discussie over. Er zijn meerdere bomen die een vergelijkbare status hebben. Het is de eerste in Den Haag in ieder geval. Landelijk gezien is het ook wel vrij uniek.”

Het is dus niet zeker of deze Linde op landgoed Clingendael de eerste veteraanboom van Nederland kan worden genoemd. Is dit een andere primeur in het kader van stadsgroen die de gemeente Den Haag wil aangrijpen? Vooralsnog wordt deze Linde op het landgoed benoemd als eerste veteraanboom van Nederland.

De Adviesraad Monumentale Bomen en Gemeente Den Haag zouden graag meerdere bomen in de stad willen benoemen tot veteraanboom. Maar in de praktijk blijkt dat lastig. Want dan moeten gebieden worden afgeschermd voor mensen. Zodat onze veiligheid kan worden gegarandeerd. En dat blijft moeilijk bij zo’n grote stedelijke opgave als die er nu is. De ‘stadsveteraanboom’ lijkt in die zin een tegenstrijdige natuur te hebben. We willen hem wel, maar de ruimte die hij vraagt is er soms niet, of zijn we niet bereid om hem te geven. Toch zijn er projecten aan de gang die zich bezig houden met de toekomst van de veteraanboom in Nederland en waar speciale ruimte voor word gecreëerd.

Steenks:
“Dus dat is toch wel een hele bijzondere boom, die stond al op de lijst van monumentale bomen, dat sowieso, en die heeft nu deze status gekregen.”

- “Die veteranen status, dat is dus eigenlijk zo’n beetje de eindfase waarin een boom kan verkeren. Als je de veteranenstatus krijgt, dan heb je het gemaakt als boom.” 

“Nee, als hij inderdaad gaat vervallen dan laten we hem gewoon zo gaan zoals ie gaat. Dat is het verschil. Bij gewone monumentale bomen kan je dus maatregelen nemen om risico’s weg te nemen van takbreuk, noem maar op.”

Opvallend was in dat opzicht het plan van dhr. Steenks om twee bomen in de nabijheid van de Linde te laten kappen, zodat de Linde de ruimte zou krijgen, en niet langer belemmerd zou worden bij de groei door de andere twee bomen.

Dit is een merkwaardige situatie. Is het niet natuurlijk als bomen doodgaan, of door ouderdom, of door verdringing door andere bomen? Waarom zouden we twee bomen willen kappen om een andere in leven te houden? En leveren die twee bomen die gekapt gaan worden geen geld op voor de gemeente?

Steenks:
“Er staan op dit moment twee bomen die eigenlijk te dicht op die veteraanboom staan. Wij hebben dus voorgesteld om die twee bomen te kappen. Dat is nog niet gebeurd, er waren wat bedenkingen tegen. Maar ik verwacht dat het toch wel gedaan gaat worden. Die bomen, dat zijn een Beuk en een Esdoorn, dat zijn bomen die gaan groeien en dan toch die veteraanboom gaan belemmeren bij de groei.”

- “Maar dat is toch precies hoe het zou horen? Als dat het einde van de veteraanboom betekent dan is dat toch eigenlijk het natuurlijke verloop?”

“Nou, in de praktijk zit het toch net iets anders. We willen dan toch graag dat de veteraanboom de ruimte krijgt.”

- “Maar de andere bomen krijgen die ruimte niet. Dus hij krijgt voorrang.”

“Ja die maken gebruik van de ruimte, die de veteraanboom graag zou willen gebruiken.”

- “Maar die veteraanboom heeft op die plek toch al driehonderd jaar de ruimte gehad?”

“Ja, maar die twee bomen die nu in de weg dreigen te komen, die staan er pas vijftien à twintig jaar. De ruimte wordt steeds kleiner voor de veteraanboom.”

- “Stel u laat die Beuk staan, wellicht neemt die dan de Linde over, dat is dan een natuurlijk einde voor de Linde en wie weet wordt dan die Beuk zo groot dat hij uiteindelijk zelf ook zo monumentaal is dat hij op de lijst terecht kan komen…”

“Dat is niet hoe wij als adviesraad kijken en waar we voor staan. Wij willen de Linde, vanuit die veteranenstatus, alle kans geven om zo lang mogelijk te blijven bestaan.”

- “Dus u wilt hem echt in leven houden?”

“Ja, we willen hem de grootste kans op overleving bieden. Die twee andere bomen zijn op zich geen bijzondere bomen. En de situatie die nu ontstaat, vinden wij niet geschikt voor de veteraanboom.”

Ondanks dat men de natuur de ruimte wil geven, lijkt de mens toch invloed uit te willen oefenen op de natuurlijke omgeving. Waaruit ontstaat het idee om een boom aan de natuur over te laten wanneer we deze natuur zelf onder controle hebben?  

De ene boom krijgt duidelijk voorrang, en wij mensen bepalen welke boom dat dan is. Het liefst is dat de boom die het imago van de stad versterkt en dus ten kostte van andere bomen behouden moet blijven worden. Twee bomen die evengoed bijdragen aan het klimaatbestendig maken van de stad en die ook economisch van belang zijn, worden opgeofferd voor één veteranenboom.

Omschrijving van een veteraanboom / Fragment
“Het verschil zit hem erin dat een (Haagse) monumentale boom die vitaal is, zo goed mogelijk wordt onderhouden, tot hij afsterft of aftakelt, waardoor hij een gevaar kan gaan vormen voor de omgeving. De veteranenboom is ook zeer oud en toont reeds diverse kenmerkende gebreken. Maar, mits veilig, wordt die veteranenboom dan toch gekoesterd, – waarbij de juiste omstandigheden worden gecreëerd om de boom zeer oud te laten worden.”

Hebben afstervende veteraanbomen aan het einde van hun levensfase zelf eigenlijk nog behoefte aan dit ingrijpen door de mens? Het lijkt alsof we de boom traag naar zijn einde begeleiden en als het ware zo lang mogelijk aan het infuus willen houden. Dit lijkt verre van de natuurlijke situatie die we voor de boom zouden moeten bewerkstelligen.

In het bestand wat Joost Gieskes mij stuurde worden eveneens situaties en voorwaarden geschetst met betrekking tot het beheren van een veteraanboom. In tweevoud komt naar voren dat als er zich een situatie voordoet waarin andere bomen schaduw werpen op de veteraanboom en deze in groei kunnen belemmeren, ze gehandhaafd zouden moeten worden.

Omschrijving van een veteraanboom / Fragment
“Er moet rondom de boom voldoende ruimte zijn en ook licht, ofwel geen schaduwwerpende bomen in de directe omgeving.”

“Bij te weinig licht door aangrenzende, schaduwwerpende bomen, moet toekomstgericht bestudeerd worden of deze al dan niet kunnen blijven staan.”

De tegenstrijdigheid is te merken. Aan de ene kant bepalen wij wanneer we een boom zoals de Linde op Clingendael aan zijn lot willen overlaten, maar aan de andere kant spelen wij alsnog in op de situatie door in de nabije omgeving van de boom ingrepen te doen. Hierdoor verstoren wij het geheel waarin de boom zich bevindt. Wordt de boom dan niet onderdeel van een door ons mens gecreëerde natuur?

Visser:
“Dit soort discussies heb je altijd met bomen. Hoe moet je ze vrijstellen? Moet je ze wel vrijstellen? En deze veteraanboom ook, moet je hem helemaal vrijstellen?”

“Als zo’n Beuk die er nu nog staat heel erg groot wordt, dan kan hij gaan overheersen over de Linde. En dan zou die Linde daar hinder van kunnen ondervinden als het gaat om lichtwerking. Hoewel daar in dit geval vermoedelijk geen sprake van zal zijn, want die Beuk staat noord-westelijk ten opzichte van de Linde.”

- “Die blokkeert dus niet de zon.”

“Nee, hij pikt geen zon weg, het is een hele bosrand en die Linde heeft het ondanks die bosrand toch heel goed gedaan. Dus wat dat betreft heeft die bosrand niet zoveel invloed gehad.”

Er zijn altijd genoeg redenen om een boom te behouden of te laten weghalen. In dit geval is het doel van de geplande kap van twee bomen om de veteraanboom in leven te kunnen houden. We stellen het ene groen duidelijk boven het andere. Hoe gaat dit zich verder ontwikkelen?

“U ziet in de toekomst wel meer van die veteranenbomen verschijnen in Den Haag?”

Boeters:
“Ik denk niet dat het veteraanbomen zal regenen.”

Zowel Paul Boeters als Bas Steenks vertellen dat wanneer er meer veteraanbomen zullen komen in de stad, dit zal betekenen dat er mogelijk bomen in de buurt zullen moeten worden gekapt. Hoe meer veteraanbomen er in de stad verschijnen, des te minder andere bomen er met andere woorden kunnen blijven staan. Het benoemen van een ‘veteraanboom’ laat aan de ene kant zien dat we veel over hebben om bepaald groen in stand te houden, maar waaruit tegelijkertijd tevoorschijn komt dat andere bomen deze affectie niet krijgen of verdienen.